Telecommunicatie (samenstelling uit het griekse τηλε ofwel tèle = ver en het latijnse communicare = mededelen) is het overbrengen van informatie van de ene plek naar een andere zonder dat iets of iemand zich fysiek daar naartoe verplaatst.
Moderne vormen van telecommunicatie zijn: (mobiele) telefoon, radio, televisie en Internet. Een oudere vorm is telegrafie. Experimenten om te communiceren op afstand zijn zeer oud (vuur, rooksignalen, heliograaf, de optisch-mechanische telegrafie ontwikkeld door Claude Chappe in Frankrijk vanaf 1793, semaforen enz.).
Voor een betrouwbare overdracht van informatie zijn communicatiekanalen nodig zoals een coax-kabel, glasvezel of de lucht. Deze kanalen kunnen nauwkeurig gemodelleerd worden door de vergelijkingen van James Maxwell voor het gedrag van elektromagnetische velden.
Door de kanalen te koppelen met rand-apparatuur, multiplexers en schakel-apparatuur (bijvoorbeeld een telefooncentrale of een IP-router of een ATM-switch) ontstaan telecommunicatie-netwerken waarop grote aantallen gebruikers kunnen worden aangesloten, en waarmee de gewenste Quality of Service kan worden gerealiseerd.
Glasvezel of bij voorbeeld Lucht is nodig om telecommunicatie mogelijk te maken. Toch wel belangrijk LUCHT
ReplyDelete